De media toont de ophoping van “illegalen” rond de grenzen van Europa: jong, wanhopig, meestal zwarte mannen, op met prikkeldraad beveiligde hekken en volgepropte boten, wachtend op de oversteek naar het beloofde Westen, meestal leidend tot ofwel medelijden of angst. Debatten verschuiven van sentimentele gebaren op basis van humanitaire gronden, tot een soort principiële angst voor dat wat anders is, het geloof van een ‘vol’ Europa, zonder mogelijkheden om nieuwkomers binnen te laten. Er speelt een soort dubbele standaard die ik, als “onderzoeker”, ervaar als de frictie tussen “wij” en “zij”. Het is wellicht deze controverse, een dubbelzinnigheid dat mij intrigeert om de fysieke en symbolische grens ‘aan te raken’. Mijn paspoort heeft geen grenzen, het is de sleutel tot een grenzeloze wereld. Het belichaamt de vrijheid die ik heb, althans, ervaar. Het is zeer onwaarschijnlijk dat ik als Europeaan met een verlopen visum zal eindigen in een Marokkaanse cel of zal worden gedeporteerd. En als ik gevraagd wordt te vertrekken, dan waarschijnlijk niet geboeid (dit wordt ook wel privilege genoemd). Mijn paspoort weerspiegelt de controverse die momenteel speelt in de migrerende wereld: de tijd-ruimte compressie van de huidige mondialisering gaat gepaard met de viering van reizigers – expats, toeristen, studenten – degenen die de macht hebben om tijd en afstand te doen krimpen, ruimte te vernauwen. Tegelijkertijd genereren ‘migranten’ angst om dezelfde redenen. Een zekere argwaan wordt toegewezen aan hun beweging. Illegale immigranten zijn zoals Andersson (2014) beschrijft de “absolute Others to the dream of a mobile world: those who cannot- or should not- move”. De dominante blik van de securitized (lees: het maken tot een veiligheidsissue) grens situeert het mobiele lijdend voorwerp zowel als slachtoffer als een bedreiging voor de nationale veiligheid. Echter wil ik verder gaan dan deze “irrationaliteit” van migratiestromen, mijn morele oordeel enigszins loslaten, en me richten op de huidige pogingen van menselijke beweging, niet vanuit de repressieve aard om dergelijke bewegingen te controleren, maar haar productieve, ‘open’ karakter. Door me te focussen op de doordringbaarheid van de grens in plaats van de buitengewone, bijna absurde representaties ervan, geeft me ruimte om de transacties en voorstellingen van het dagelijkse leven te zien, te voelen en te begrijpen. Vanuit dit perspectief vermoed ik dat de grens normaler is dan ze vaak wordt gepresenteerd.
In dit onderzoek, en middels deze blog, wil ik de wisselwerking tussen de ‘drama’ en het ‘alledaagse’ in kaart brengen. Het gaat over het maken van de grens in een bepaalde case - het gebied tussen Melilla (Spanje) en Nador (Marokko). Hoewel ik geloof, en verwacht, dat het onrecht en het geweld van het grens regime mijn ervaringen in het veld zullen kleuren en een belangrijk onderdeel is van het begrijpen van de grenspraktijken, zal het niet mijn objectief zijn. In plaats daarvan, om de absurditeit die vaak wordt uitgedrukt in de media en de politiek enigszins te begrijpen, zal ik mij richten op de verschillende actoren die de dagelijkse realiteit van de grens vormgeven.
"Spaanse enclave Marokko opnieuw bestormd door migranten" (Parool 2014)
"Afrikanen bestormen hek Melilla"( NOS 2014)
Naast het feit dat ik meer body wil geven aan mijn onderbuikgevoel, mijn onbegrip jegens de onbalans tussen toegang en afsluiting, is er nog een andere factor die mijn ontevredenheid voedt en de absurditeit van de grens laat zien: dat huidige praktijken om de grens te versterken tot dusver niet hebben geleid tot een vermindering van de migratiestromen. De securitization van grenzen en het verhogen van het restrictieve beleid heeft een klein effect op het verminderen van (“illegale”) immigratie. Sterker nog, in plaats daarvan is het een vicieuze cirkel waarbij verhoogde grens handhaving gelijktijdig leidt tot meer migranten illegaliteit en vermeende ‘grensbedreigingen'. Met andere woorden, de grens faciliteert als ook beperkt de agency van migranten. Nieuwe handhavingtechnieken zullen namelijk niet voorkomen dat mensen komen , maar zijn een intrinsieke reactie op alternatieve, nieuwe en creatievere manieren van grensovergang.